26-08-2024 · Kris Van Loo
Op onze planeet worden om en bij de 7.000 talen gesproken. En toch, is er één universele taal die iedereen begrijpt: de paardentaal. Je moet ze uitleggen met handen en voeten, met je gewicht en je bekken. Het is een lichaamstaal die het paard begrijpt. Tenminste, als je de taal correct spreekt, en dat kan als je je lichaam correct gebruikt.
Daar wringt wel eens het schoentje. Paarden willen je wel begrijpen, maar niet elke ruiter kan zich verstaanbaar maken. Omdat zijn lichaam niet in staat is om zich duidelijk uit te drukken.
Om paardentaal te spreken, moet je lichaam onder andere de juiste houding kunnen aannemen en correct kunnen bewegen. Daar werd in het verleden te weinig aandacht aan besteed, en daar wil Paardensport Vlaanderen samen met Kristof Huts iets aan doen.
‘Wie zich aansluit bij een sportclub, krijgt bijna altijd fysieke oefeningen aangeboden om het lichaam klaar te maken voor de sport. Maar wie wil paardrijden, wordt vaak zonder enige fysieke voorbereiding meteen op een pony/paard gezet’, stelt Kristof vast. ‘Hoeven ruiters dan niet fysiek voorbereid te worden op hun sport, en zich bewust gemaakt te worden van hun lichaamspositie en de invloed ervan op het paard?’
Onze topsportatleten en Talenten zijn zich meer dan ooit bewust van de noodzaak van bewegingsleer. Ze trainen hun lichaam in functie van hun discipline, aangepast aan het paard.
Alles begint bij de basis, bij de allerkleinsten en diegenen die zich voor het eerst in het zadel hijsen. Ook zij moeten zich bewust zijn van hun lichaam, van wat het kan en wat het moet doen op een pony of een paard.
Daarom zet Paardensport Vlaanderen sterk in op het breed motorisch ontwikkelen: de elementaire behoefte van bewegingsleer en motoriek, omdat dit in het voordeel is van zowel de ruiters/amazones als het paard.
Internationale studies wijzen uit dat er een significante motorische achterstand is bij jongeren. Beginnende ruiters en amazones vormen daar geen uitzondering op. Een basis inzake motorische vaardigheden is noodzakelijk om paard te rijden. En dat kan heel laagdrempelig aangeleerd worden.
Hoe? Bekijk het in deze video:
Bewegingswetenschap, daar draait het om bij Kristof Huts, doctor in de lichamelijke opvoeding en voormalig (inter)nationaal badmintonspeler. Kristof doceert o.a. biomechanica en bewegingsanalyse aan de UHasselt en de Vrije Universiteit Brussel en past zijn wetenschappelijke kennis toe in de praktijk bij diverse sportfederaties. Zo ook bij (Paarden)Sport Vlaanderen.
Aanvankelijk trainde en begeleidde Kristof uitsluitend atleten die als medaillekandidaten door Sport Vlaanderen naar voor werden geschoven. Die atleten hadden meestal al een heel parcours afgelegd. Maar de steeds terugkerende fysieke beperkingen die bij veel van deze atleten de doorgroei binnen hun sport belemmerden, brachten Kristof en zijn collega’s ertoe om samen met de federaties de focus te verleggen richting beloftevolle jongeren.
Een lichaam evolueert stelselmatig naar de positie waarin het hoofdzakelijk functioneert. Bijvoorbeeld: “Wanneer een bediende met een zittend beroep langdurig met een bolle rug achter een computer vertoeft, wordt deze positie door het lichaam al gauw als het nieuwe normaal beschouwd.” Dezelfde redenering kan doorgetrokken worden naar (top)sporters en dus ook naar (top)ruiters.
Jammer genoeg is die nieuwe, vaak onbewust aangeleerde lichaamspositie, meestal niet de meest efficiënte. In sommige gevallen draagt ze op langere termijn zelfs bij tot blessures (vb. lage rugpijn).Een lichaam werkt maar zo goed als zijn zwakste schakel. Fysieke training ter ondersteuning van een sportprestatie staat daarom vaak in het teken van lichamelijk evenwichtsherstel (boven/onder, links/rechts en voor/achter). Het uitsluitend trainen van spiergroepen die tijdens de sport al veelvuldig aangesproken worden is dan ook niet noodzakelijk. Als we spreken over ruiters zijn o.a. bewustwording en actieve controle van de romp belangrijk. Het correct kunnen positioneren van de romp stelt de ruiter niet alleen in staat om beter en langer (lees: zonder blessures) te trainen, maar heeft ook een positieve invloed op het paard.
Atleten doen vaak zomaar iets omdat het in het verleden altijd zo gedaan werd.
De onwetendheid rond fysieke training naar. een sportprestatie toe is vaak nog groot, ervaart Kristof: ‘atleten doen vaak iets omdat het in het verleden altijd zo gedaan werd. Mensen leren immers van mensen. Het is echter belangrijk dat je precies weet “wat? waarom? wanneer? en hoe?” ’als je fysieke oefeningen aanbiedt aan een atleet. Wanneer deze 5 simpele vragen niet beantwoord kunnen worden, stellen we vast dat er vaak verkeerd getraind wordt. Je fronst je wenkbrauwen als je in de fitness of op internet fysieke oefeningen ziet uitgevoerd worden.’
Kristof deelde zijn expertise en ervaring ondertussen binnen diverse sporttakken zoals zeilen, zwemmen, gymnastiek, atletiek,…en paardrijden ‘De sportfederaties konden mij via Sport Vlaanderen inschakelen voor bewegingsanalyses en houdingstraining. Zo kwam ik in contact met Evi Vereecke, technisch directeur topsport bij Paardensport Vlaanderen. Ze nodigde me uit voor een overleg, in het pre-Olympisch jaar 2015. Ik maakte kennis met trainers, bondscoaches en teamdierenartsen. Ik begaf me op totaal onbekend terrein en heb me moeten verdiepen in de beweging van de ruiter op zijn paard. Al snel werd duidelijk dat wanneer de ruiter niet goed beweegt, het paard ook niet goed kan bewegen. Dat was de start van onze samenwerking. Vervolgens werd ik uitgenodigd op een springstage van de eventingruiters en kwam ik in contact met Karin Donckers, die heel leergierig is. Op basis van een sportspecifieke bewegingsanalyse en lichaamsscreening werden een aantal fysieke trainingsdoelstellingen voor haar vastgelegd en ging ze aan de slag met een eerste fysieke trainingsschema.
Zoals eerder vermeld zet een lichaam zich naar wat er herhaaldelijk van gevraagd wordt. Vandaar het belang om in te zetten op de jeugd, lees: de beloftevolle jongeren van Paardensport Vlaanderen. Hoe vroeger je je bewust wordt van je lichaamspositie en er kan gewerkt worden op de “zwakkere schakels” in je lichaam, hoe beter en makkelijker alles bijgestuurd kan worden.
Dat paardensport zo’n 10 jaar geleden nog onbekend terrein was voor Kristof, hoeft geen obstakel te vormen: ‘het menselijk lichaam bestaat uit dezelfde botstructuren, ligamenten, spieren, enz. Maar het lichaam beweegt vaak op de manier die aangeleerd werd. Elke ruiter zit misschien wel iets anders op zijn paard, maar wanneer we topruiters uit dezelfde discipline met elkaar vergelijken, stellen we -los van een aantal kleine verschillen- vast dat de biomechanische basis van hun rijtechniek nagenoeg dezelfde is.
Fysieke training ter ondersteuning van sportprestaties start volgens Kristof altijd met een inventarisatie van de sportspecifieke noden, gevolgd door een onderzoek van de lichamelijke sterktes en zwaktes. Bij de opstart van een samenwerking worden beeldopnames gemaakt van de ruiter/amazone tijdens het beoefenen van zijn/haar discipline. Deze beelden worden samen met de atleet en trainer(s) besproken. Waar situeren zich de verschillen tussen het “ideaalbeeld” en de eigen uitvoering? Hoe komt dat? Met andere woorden, hoe beweegt de ruiter/amazonein de sport? Daarnaast wordt onderzocht hoe de ruiter/amazone buiten de sport beweegt. Wat zijn de belangrijkste lichamelijke sterktes en zwaktes? Bijvoorbeeld: ‘Is de ruiter/amazone in staat om het bekken voor-en rugwaarts te kantelen zonder de bovenrug te bewegen? Kan de romp stil gehouden worden terwijl de armen en/of benen bewegen? Zijn de enkels voldoende beweeglijk/lenig? Enzovoort. Gebaseerd op al deze informatie volgt een concrete fysieke trainingsdoelstelling en dito trainingsprogramma.
Kristof steekt het niet onder stoelen of banken. Toen hij de eerste keren ruiters op hun paard zag zitten, stelde hij vast dat veel ruiters niet paardrijden zoals het “ideaalbeeld” dat ze zelf omschrijven. ‘Omdat trainers en ruiters zo bezig zijn met de houding van het paard, gaan ze soms voorbij aan de houding van de ruiter. Feit is dat topsport steeds meer geperfectioneerd en geprofessionaliseerd wordt. In deze wereld betekent stilstaan al gauw achteruitgaan en wie niet volgt of wie niet vooruitdenkt, heeft het steeds moeilijker om de aansluiting met de wereldtop te maken. Kijk naar hoe het wielrennen is geëvolueerd: vroeger wonnen de renners door op training veel en hard te fietsen. Vandaag is dit nog steeds zo, maar de fietstrainingen werden aangevuld met houdings- en krachttrainingen, voedingsbegeleiding, hoogtestages, enz. De wetenschap en relevante vakgebieden worden maximaal ingezet met slechts één doel : reproduceerbare (Olympische) successen!
Binnen de paardensport is het niet anders. Met betrekking tot het paard wordt niets aan het toeval overgelaten. Ieder paard heeft zijn eigen trainingsschema, eigen dieet, kine sessies, enz. Dit alles staat in schril contrast met de fysieke en mentale voorbereiding van sommige ruiters. Gaan we ervan uit dat het paard zich steeds moet aanpassen aan de ruiter? Of kunnen we misschien ook inzetten op de (fysieke) voorbereiding van de ruiters? Moeten we proberen om scheef- of doorzittende ruiters door oefeningen naast het paard klaar te stomen op de sportspecifieke vereisten? En zal een correctere houding en beweging van de ruiter ook het paard niet optimaler laten functioneren?
Kristof stelt vast dat er aan de basis weinig aandacht besteed wordt aan de correcte houding op een paard. Velen beginnen met een wekelijks uurtje in de manege en klaar. “Je mag dat niet veralgemenen, maar ik zie op het terrein een manier van bewegen die het vaak onmogelijk maakt om correct te zitten op een paard. Omdat de ruiters bijvoorbeeld het bekken niet onafhankelijk van hun lichaam kunnen bewegen. En daar zijn weinigen zich van bewust. Je kan het de atleten niet kwalijk nemen. Het is hen nooit aangeleerd. De vraag wat een lichaam moet kunnen om iets te vragen aan het paard, blijft vaak onbeantwoord. Ik stel vast dat er bij de ruiters en trainers veel aandacht gaat naar de beweging van het paard. De aandacht voor de houding en beweging van de ruiter verschuift hierdoor vaak naar de achtergrond.’
Kristof doet dan ook een oproep aan de ruiters en vooral aan hun trainers om meer aandacht te besteden aan de (fysieke) voorbereiding, houding en beweging van de ruiters. Tenslotte is de beste atleet diegene die zijn/haar sport er kan laten uitzien als de meest eenvoudige bezigheid ter wereld. Vertaald naar de paardensport is dit de ruiter die zich o.a. door bewustzijn en controle van het eigen lichaam moeiteloos verstaanbaar kan maken naar zijn eveneens goed voorbereide viervoetige partner!
dr. Kristof Huts (46) studeerde in 2000 af als Licentiaat in de Lichamelijke Opvoeding aan de Vrije Universiteit Brussel. In 2007 behaalde hij er zijn doctoraat in de Lichamelijke Opvoeding. Negen jaar later behaalde hij de graad van Specifieke Lerarenopleiding Lichamelijke Opvoeding. Domeinen van expertise, onderwijs en onderzoek zijn gerelateerd aan (sport)biomechanica, 2D-bewegingsanalyse en op bewegingsefficiëntie gerichte vormen van fysieke voorbereiding. Kristof is deeltijds docent aan de Vrije Universiteit Brussel en de Universiteit Hasselt. Sinds 2006 treedt hij op als adviseur voor verschillende (inter)nationale sportfederaties en trainers en is hij verantwoordelijk voor de fysieke voorbereiding van vele talentvolle jeugd- en topsporters in hun streven naar Olympisch succes. Tenslotte stelt Kristof zijn academische en praktische expertise regelmatig ter beschikking van het sportlandschap als spreker en/of organisator van cursussen, seminaries en congressen.
Paardensport Vlaanderen heeft als doel de meest performante atleten af te leveren via een multidisciplinaire geïntegreerde aanpak, waarbij alle aspecten van de sport aan bod komen. Fysieke coaching maakt daar deel van uit, onder auspiciën van Kristof Huts. Technisch Directeur Topsport Evi Vereecke werkte met Kristof een concreet plan uit: ‘de fysieke coaching met Kristof richt zich zowel naar onze topsportatleten als naar onze Talenten’.
Onze topsporters worden individueel begeleid. Een even belangrijke groep zijn de Talenten uit ons Talentenplan. Onder leiding van Kristof hebben we een pool van fysieke trainers gevormd die specifiek werken rond de Talenten. Vroeger verzamelden we de talenten op regelmatige basis met Kristof Huts om samen de houdingstrainingen op te volgen, maar dat bleek niet ideaal. Toen Jos Verlooy Talent van het Jaar werd, besteedde hij de ontvangen opleidingscheque aan fysieke training bij een bewegingscoach in zijn dorp en is dat de jaren erna blijven volgen. Daaruit hebben we geleerd dat het praktischer is als de Talenten in hun buurt kunnen trainen. Fysieke trainers waar onze Talenten al klant zijn, worden met regelmaat gecoacht door Kristof om doelgerichte oefeningen voor de ruiters uit te werken. De bedoeling is dat we op termijn een lijst hebben van erkende fysieke trainers waar onze Talenten terecht kunnen. Dat project wordt financieel gedragen door Paardensport Vlaanderen.’
De nood is groot, de bewustwording groeit langzaam. ‘Er zijn topsporters die pas recent zijn ingestapt in de bewegingsleer. Het heeft lang geduurd voor de ruiters zich bewust werden van de noodzaak’, ervaart Evi Vereecke. Het belang van houdings- en bewegingsleer is ook geïmplementeerd in de trainingsopleidingen en brevettenwerking.