Paardensport Vlaanderen

Algemeen: Overheid dwingt sportclubs een vijfde meer inkomsten te zoeken vanaf 2021

14-12-2020 · Vlaamse Sportfederatie

Vlaamse sportsector ziet fiscale en administratieve pijnpunten in wetsvoorstel rond vergoedingen verenigingswerk

De politiek dreigt 18.000 sportclubs vanaf 1 januari met 22% extra belastingen op te zadelen. Dat stelt de Vlaamse Sportfederatie, VSF, na analyse van een wetsvoorstel om het geschorste statuut van verenigingswerkers op te lossen. Het voorstel dat maandag op tafel ligt, dwingt sportclubs om minstens een vijfde meer inkomsten te zoeken als ze de kwaliteit van hun werking willen behouden. Ook qua administratie staat het wetsvoorstel ver af van de dagelijkse realiteit in de sportsector.

Begin deze week trok de Vlaamse Sportfederatie aan de alarmbel bij bevoegd minister Frank Vandenbroucke over het uitblijven van een oplossing voor de vergoedingen in het verenigingswerk en een apart statuut voor de sport. Duizenden sportclubs dreigen hun coaches, scheidsrechters en juryleden te verliezen als gevolg van de zware fiscale en administratieve impact. De politiek heeft ondertussen een wetsontwerp klaar dat de sportsector pas na enig lobbywerk achter de schermen afgelopen vrijdag kon inkijken. Na een eerste analyse blijkt het een onhaalbare kaart voor de sportclubs in ons land.

“Sportclubs zullen niet alleen 10 procent aan RSZ-bijdragen moeten betalen, maar coaches, scheidsrechters of juryleden moeten zelf ook nog eens 10 procent afstaan. Na een al uiterst moeilijk jaar voor de amateursport door de huidige pandemie straft de politiek onze sportclubs een tweede keer. We hebben zelf enkele juridisch onderbouwde amendementen uitgewerkt om te vermijden dat het nieuwe wetsvoorstel de amateursport doodknijpt.”
Koen Umans, voorzitter van de Vlaamse Sportfederatie


Gedwongen 22% meer inkomsten te zoeken
De fiscale verplichtingen voor sportclubs en hun verenigingswerkers zal volgens de analyse van de VSF ervoor zorgen dat sportclubs vanaf 2021 zo’n 22% meer inkomsten nodig hebben. Toch als ze hun huidige werking willen behouden. De sportsector kan leven met 10% solidariteitsbijdragen, maar de fiscale lasten voor trainers en coaches zijn een brug te ver.

“Geen enkele club zal willen raken aan de nettovergoedingen van trainers of scheidsrechters. Het voorstel dat op tafel ligt, dwingt hen dus om die 10% fiscale bijdrage ten laste van trainers of scheidsrechters te compenseren. Dat betekent een extra uitgave van zo’n 12% bovenop de 10% solidariteitsbijdrage die clubs al bijdragen. Dat is onbetaalbaar voor de clubs. Behalve als ze hun lidgeld maal 2 of maal 3 doen.”
Voorzitter Koen Umans

De sportsector vreest dat het wetsvoorstel in zijn huidige vorm voor een grote uitval van trainers, coaches, scheidsrechters en juryleden zal zorgen. Die vrijwilligers willen niet het risico lopen om terug te vallen op het illegale betalingscircuit. Zeker niet nu de federale regering de strijd opvoert inzake sociale en fiscale fraude. De 1,4 miljoen sporters in Vlaanderen dreigen de dupe te worden en minder kwalitatief begeleid te worden.


Administratief onhaalbaar
Naast de fiscale sloophamer zit het wetsvoorstel vol administratief onhaalbare verplichtingen voor de sportsector. De verplichting om werkroosters vooraf in te vullen, het feit dat er een rustpauze van 11 uur tussen twee prestaties moet zitten of het prestatieplafond van maximum 150 uur per kwartaal, zijn slechts enkele voorbeelden die op het terrein tot onwerkbare en absurde situaties zullen leiden.

“Vanaf januari zouden trainers of scheidsrechters bij een voetbalmatch verplicht moeten stoppen als een match door blessures of verlengingen langer dan voorzien duurt. Anders ziet de fiscus hen als normale werknemers met alle verplichtingen vandien. En wat te denken van begeleiders bij sportkampen? Als ze in juli en augustus vier weekkampen begeleiden van 8 à 9 uur per dag, zitten ze meteen boven de toegelaten drempel van 150 uur. Ook de rustpauzes van 11 uur zijn niet altijd haalbaar. Denk aan een meerkamp in atletiek, meerdaagse toernooien, rittenwedstrijden of avond- en voormiddagwedstrijden.”
Koen Umans van de VSF

De VSF heeft in een eigen voorstel voor al die specifieke sportgerelateerde zaken uitzonderingen voorzien op de geldende maatregelen. Ze hoopt dat de overheid zal verwijzen naar de specifieke reglementen of analoge regelgevingen van de specifieke sporten.


Bestuurders clubs 24/7 stand-by
Het voorstel is bovendien onwerkbaar voor de vele mensen achter de schermen zoals bestuurslui die instaan voor de administratieve afhandeling van prestaties. Zo zullen zij via een elektronische tool voor elke training, elke wedstrijd of elk tornooi het moment waarop de prestatie start moeten ingeven. Na afloop moeten zij ook nog eens het exacte einduur invoeren en beide momenten moeten exact gelijk lopen met het vooraf bepaalde werkrooster, want anders dreigt er een zwaardere fiscale belasting als gewone werknemer.

“Het voorgestelde systeem is zelfs zo absurd dat wanneer een coach wegens ziekte of een ongeval een training die om 20 uur start niet kan geven, de bestuursleden maar tot middernacht de tijd hebben om de annulatie in te voeren. Zo vraagt de politiek eigenlijk aan alle bestuursleden van onze clubs om 24/7 stand-by te staan om elektronisch elke aanpassing door te geven en dat is absoluut niet werkbaar.”
Koen Umans

l’Association Interfédérale du Sport Francophone, AISF, die alle sportfederaties en sportclubs in de Federatie Wallonië - Brussel vertegenwoordigt, staat volledig achter het standpunt van de VSF en zal ook zeer snel de Franstalige politici interpelleren met betrekking tot ongepaste belastingheffing, de onwerkbaarheid van de uurroosters en het onmogelijke administratieve keurslijf van het wetsvoorstel inzake verenigingswerk.