Paardensport Vlaanderen

De identificatieverplichting van paarden in een centrale gegevensbank

20-10-2006 ·

Er blijken veel problemen met de uitvoer van paarden en gezondheidscertificaten. PAARDEN die NAAR het BUITENLAND gaan zijn verplicht een CHIP te hebben en moet een GEZONDHEIDSCERTIFICAAT voor worden aangevraagd.. De uitgebreide tekst over deze kwestie vindt u hieronder:

Het Koninklijk Besluit van 16 juni 2005 betreffende de identificatie en de encodering van de paarden in een centrale gegevensbank voorziet een identificatie van alle paardachtigen...  Deze identificatie gebeurt door middel van een microchip, een paspoort en het encoderen in een centrale gegevensbank. Na uitvoering te hebben gegeven aan de Beschikking 93/623/EG van de Commissie betreffende het paspoort voor geregistreerde paardachtigen geeft hiermee de Belgische overheid uitvoering aan de Beschikking 2000/68/EG van de Commissie houdende vaststelling van de identificatievoorschriften voor als fok- en gebruiksdier gehouden paardachtigen (m.a.w. de niet-stamboekpaarden).

In het kader van de voedselveiligheid.
Het K.B. van 16 juni 2005 moet gezien worden in het kader van de veiligheid van de voedselketen.  Elk paard wordt vanaf zijn geboorte beschouwd als een voedselproducerend dier dat op elk ogenblik in de voedselketen terecht kan komen. Teneinde de bescherming van de volksgezondheid te garanderen, werd het onontbeerlijk geacht de traceerbaarheid van het paard te kunnen garanderen om, in het geval van mogelijke aanwezigheid van residu's van geneesmiddelen, het uit te sluiten voor menselijke consumptie.
De eigenaar kan bij de identificatie de keuze maken om zijn paard uit te sluiten voor menselijke consumptie. Bij de identificatie van het paard wordt de keuze meegedeeld aan de identificeerder, geëncodeerd en duidelijk vermeld op het paspoort. De keuze tot uitsluiting voor menselijke consumptie is definitief en onomkeerbaar en is het gevolg hetzij van een beslissing van de eigenaar, hetzij van de toediening van bepaalde medische behandelingen.  Elke behandeling met substanties vermeld in een lijst van “onontbeerlijke geneesmiddelen” die niet voorzien zijn in Verordening 2377/90/EG zal door de behandelende dierenarts in het paspoort onder de rubriek “medische behandelingen” moeten vermeld worden en zal een wachttijd van minimum 6 maanden vóór de slachting als gevolg hebben
Door middel van de identificatie, de encodering en de controle die mogelijk is met de microchip, kan de voedselveiligheid voor de consument gegarandeerd worden.  Wanneer er iets fout gegaan is, laat het systeem bovendien toe om ontegensprekelijk de verantwoordelijke aan te duiden.  Voor de paarden en pony's die ingevoerd worden om hier geslacht te worden gelden andere regels. Indien het om paardachtigen gaat die uit een EG lidstaat komen, dan is slachten alleen mogelijk als er een geldig paspoort is waaruit blijkt dat er geen uitsluiting van de slacht is. Dat bewijs moet voor paarden van derde landen (buiten de EG) geleverd worden aan de hand van de invoercertificaten.

Beheer van de gegevensbank
Op basis van een offerte ingediend op basis van een lastenboek werd het beheer van de centrale gegevensbank toevertrouwd aan de Belgische Confederatie van het Paard, met zetel te 1030 Brussel, Algemeen Stemrechtlaan 49.

Timing
De identificatie van de paarden zal geleidelijk aan over een periode van 3 jaar ingevoerd worden :

Ten laatste op 1 juli 2006 zullen de voedselproducerende paarden geïdentificeerd moeten zijn vóór hun vertrek naar het slachthuis alsook de paarden bestemd voor het handelsverkeer en de uitvoer voor ze België verlaten;

Ten laatste op 1 juli 2007 zullen de veulens geboren in 2006, de paarden die aan verzamelingen deelnemen en deze die van eigenaar veranderen, geïdentificeerd moeten zijn;

Ten laatste op 1 juli 2008 zullen alle andere paarden die op het Belgisch grondgebied verblijven geïdentificeerd moeten zijn.  

Vanaf 2007 dient de identificatie gedaan te zijn, uiterlijk vier maand na de geboorte van het veulen en zeker voordat ze gespeend worden of van sanitair verantwoordelijke veranderen. De aflevering van een paspoort (behoudens voor de veulens bestemd om te worden geslacht binnen hetzelfde jaar als hun geboortejaar) en een mutatiedocument gelden als bewijs van identificatie en encodering.
Een termijn van ca 3 weken is nodig tussen de aanvraag tot identificatie en de ontvangst van de identificatiedocumenten.
Elk paard dat definitief op het Belgisch grondgebied binnengebracht wordt, wordt binnen de 30 dagen na aankomst geïdentificeerd. Elk paard dat langer dan 90 dagen op het Belgisch grondgebied verblijft, wordt beschouwd als zijnde definitief binnengebracht. Een uitzondering is voorzien voor dekhengsten, tijdens het dekseizoen en voor zij die om medische redenen in een kliniek verblijven. Zij mogen langer dan 90 dagen op het grondgebied verblijven zonder dat zij als definitief ingevoerd beschouwd worden.

Identificatie
Het KB bepaalt dat de identificatie van de paardachtigen zal bestaan uit drie elementen: het inbrengen van de microchip, de opstelling van een identificatieattest naast een mutatiedocument en de aflevering van een paspoort waarvan de inhoud op Europees niveau is vastgesteld en dat het grafisch signalement van het paard bevat.
Enkel steriele microchips, beantwoordend aan de ISO-normen 11784 et 11785 mogen geplaatst worden in de linkerhalsstreek van de paarden.
De paarden voorzien met een microchip niet beantwoordend aan de ISO-normen mogen hun microchip behouden op voorwaarde dat de verantwoordelijke een gepaste afleesapparaat ter beschikking kan stellen in geval van controle, o.a. op het slachthuis.
Voor de veulens die bestemd zijn om in hun geboortejaar (kalenderjaar) geslacht te worden is er evenwel een vereenvoudigde identificatie voorzien door middel van het voorlopig identificatie-attest opgesteld door de identificeerder.  In dit geval dient men erover te waken dat de moeder geïdentificeerd is met een microchip daar het haar nummer is dat  op het identificatiedocument van het veulen hernomen wordt.
Overgangsmaatregelen worden voorzien voor de paarden die reeds gedeeltelijk geïdentificeerd zijn door middel van een paspoort en/of een microchip.  Een bijlage voor de notatie van de “medische behandelingen” zal afgeleverd worden om desnoods de paspoorten met dit hoofdstuk te vervolledigen.

Encodering
Het begrip encodering is nieuw en slaat op de gegevens die in de centrale gegevensbank zullen opgenomen en regelmatig bijgehouden worden zodat de bevoegde diensten daar steeds de actuele, voor hen noodzakelijke informatie kunnen vinden.

De geëncodeerde gegevens betreffen :
- het geslacht, de haarkleur en de geboortedatum van het paard,

- het microchipnummer

- de al dan niet uitsluiting voor de menselijke consumptie

- de gegevens van de eigenaar

- de gegevens van de sanitaire verantwoordelijke

Procedure
De eigenaar of zijn mandataris hebben de plicht om de aanvraag tot identificatie in te dienen. De aangever van het paard mag bij de aangifte een identificeerder kiezen uit de lijst van erkende identificeerders die voldoen aan de voorwaarden bepaald door de Minister.
De te volgen procedure is iets verschillend naargelang het al dan niet om stamboekpaarden gaat.

Voor stamboekpaarden
De eigenaar maakt de identificatieaanvraag over aan het secretariaat van de fokvereniging, dat nagaat of het betreffende paard in aanmerking komt voor inschrijving in het stamboek.
Het stamboek maakt de identificatieaanvraag over aan de beheerder van de centrale gevensbank die de eerste gegevens encodeert en het dossier overmaakt aan de identificeerder.  Bij ontvangst hiervan neemt de identificeerder contact op met de eigenaar of sanitair verantwoordelijke en maakt hij een afspraak om het paard te identificeren. Binnen de 5 werkdagen na de identificatie moet de identificeerder het identificatieattest opsturen aan de beheerder van de gegevensbank met een kopij aan de fokvereniging. Na het inbrengen van de gegevens wordt door de beheerder een mutatiedocument afgeleverd. Het paspoort wordt binnen de 60 werkdagen afgeleverd door de fokvereniging.

Voor niet-stamboekpaarden
De identificatieaanvraag kan bekomen worden bij de beheerder van de gegevensbank en zal ook beschikbaar gesteld worden via de website van de beheerder. De eigenaar maakt de identificatieaanvraag over aan de beheerder van de centrale gegevensbank die de eerste gegevens encodeert en het dossier overmaakt aan de identificeerder.
Bij ontvangst hiervan neemt de identificeerder contact op met de eigenaar of sanitair verantwoordelijke en maakt hij een afspraak om het paard te identificeren.  Binnen de 5 werkdagen na de identificatie moet de identificeerder het identificatieattest opsturen aan de beheerder van de gegevensbank. Binnen de drie dagen na ontvangst brengt de beheerder de gegevens in. Na het inbrengen van de gegevens wordt door de beheerder binnen de 10 werkdagen een paspoort en een mutatiedocument afgeleverd.

Sanitair verantwoordelijke
Het begrip van sanitair verantwoordelijke is nieuw voor de paardensector.  Het K.B. van 16 juni 2005 omschrijft de sanitair verantwoordelijke als de persoon, eigenaar of houder van een paard die er, permanent of tijdelijk, een onmiddellijk beheer of toezicht op uitoefent, tijdens het vervoer of op een verzamelplaats of in het slachthuis inbegrepen.

Mutaties
Met het mutatiedocument wordt aangesloten bij de praktijk die in enkele belangrijke buitenlandse paardenlanden reeds bestaat. Daar hanteert men naast het paspoort een apart formulier voor het melden van de eigenaarswijziging. Het paspoort kan dan bij het paard blijven. In de Belgische regelgeving krijgt dit document een belangrijke status. Binnen de 8 werkdagen moeten de eigenaarswijzigingen, de wijziging van sanitair verantwoordelijke, het definitieve vertrek naar het buitenland, de dood en de wijziging van het statuut van het paard er mee doorgegeven worden. Handelaars die een paardachtige minder dan 15 dagen in bezit houden worden niet verplicht om de wijziging van sanitaire verantwoordelijke aan de gegevensbank door te geven. Telkens er een mutatie wordt uitgevoerd wordt door de beheerder een nieuw mutatiedocument opgemaakt en verzonden naar de eigenaar.

Kostprijs
Het beheer van de centrale databank wordt gefinancierd door een systeem van forfaitaire betaling verbonden aan de identificatie en de encodering. De betaling ervan gebeurt op het moment van de identificatie aan de identificeerder-dierenarts. Het beheer werd voor een (verlengbare) termijn van drie jaar toevertrouwd aan de Belgische Confederatie van het Paard. De Minister heeft de forfaitaire prijs voor dit beheer vastgelegd op 48,11 €, exclusief BTW. Hierin zijn begrepen de kost voor de aflevering van het paspoort (12,58 €, exclusief BTW), de kost van het encoderen van de gegevens (11,38 €, exclusief BTW), het bijhouden van de gegevensbank en het bijhouden van de mutaties alsmede het afleveren van de mutatiedocumenten.  Voor de stamboekpaarden blijft het afleveren van het paspoort een bevoegdheid van de fokvereniging. Voor de paarden die reeds van een geldig paspoort voorzien zijn kan de kostprijs van het paspoort (12,58 €, exclusief BTW) in mindering gebracht worden. Voor de veulens die geslacht worden in hetzelfde kalenderjaar van hun geboorte wordt enkel de prijs van het encoderen van de gegevens aangerekend (11,38 €, exclusief BTW). Deze kost staat wel los van de vergoeding van de identificeerder-dierenarts voor de signalementsopname en het plaatsen van de chip.

BESLUIT
De algehele identificatieplicht vormt ongetwijfeld de grootste uitdaging in de recente geschiedenis van de paardensector. De uitwerking van de huidige reglementering gebeurde in samenwerking met de vertegenwoordigers van de sector waardonder de Belgische Confederatie van het Paard. 
Vanuit de Confederatie is het de bedoeling enerzijds de financiële inspanning die deze identificatieplicht meebrengt zoveel mogelijk te beperken en anderzijds te komen tot een zo efficiënt mogelijk beheer van de gegevensbank. Naast het nadeel van de ermee gepaard gaande kosten en de aangifte, zijn er ongetwijfeld ook belangrijke voordelen aan verbonden zoals : de mogelijkheid om een ruimere waaier aan medische behandelingen wettelijk aan onze paarden te mogen toedienen, een significante bijdrage tot de diefstalbestrijding, de mogelijkheid om de inventarisering van de paardensector in zijn geheel te verbeteren en om bepaalde economische parameters te kwantificeren en garanties te bieden op het gebied van de identificatie zowel aan de fokverenigingen als aan de sportfederaties.Het is de ambitie van de Belgische Confederatie van het Paard en haar twee regionale vleugels, de Vlaamse Confederatie van het Paard en de Confédération Wallonie-Bruxelles du Cheval om elk bestuursniveau een volwaardige en representatieve gesprekspartner aan te bieden voor al wat de paardensector betreft en dit in het belang van alle geledingen van de paardenwereld: fokkerij, gebruikers en beroepen en opleidingen rond het paard. Regelgeving die tot stand komt in overleg tussen overheid en sector heeft voordelen zowel voor de overheid als voor de sector.
De groei en de ontwikkeling van de paardensector is een zeer zichtbaar fenomeen. Het maatschappelijk belang ervan wordt langzaam maar zeker op alle niveaus erkend. Ook in de vernieuwde regionale structuur van ons land kan eendracht binnen onze sector enkel onze positie ten goede komen. Ik ben er dan ook van overtuigd dat de Belgische Confederatie van het Paard zal slagen in de opdracht als beheerder van de centrale gegevensbank en het door de overheid gestelde vertrouwen niet zal beschamen.

Bron: Belgische Confederatie van het Paard, www.idcbcp.be

Voorzitter Jan De Boitselier

Algemeen Stemrechtlaan, 49
1030 Brussel
Tel. & Fax.+ 32 (0) 22.42.26.44