Paardensport Vlaanderen

Wijziging identificatie paardachtigen vanaf 1 juli 2009

03-06-2009 ·

Vanaf 1 juli 2009 wijzigt de procedure voor de identificatie en registratie van de paardachtigen in een centrale gegevensbank. De verplichte identificatie van alle paardachtigen in België blijft wel van kracht en ook de tarieven blijven wat ze zijn. Toch wordt er één en ander licht gewijzigd. Het koninklijk besluit (KB) wordt in de loop van de maand juni gepubliceerd en gecommuniceerd door de Belgische Confederatie van het Paard en de FOD Volksgezondheid en leefmilieu.

 

Sanitair verantwoordelijke wordt vervangen door houder

Nieuw is dat het begrip “sanitair verantwoordelijke” vervangen wordt door het begrip “houder”. De definitie van een “houder” is zeer ruim: het is “elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die het eigendomsrecht heeft over of in het bezit is van een paardachtige of belast is met het onderhouden ervan, al dan niet tegen financiële vergoeding, zowel permanent als tijdelijk, ook tijdens het permanent vervoer, op markten of tijdens wedstrijden, races of culturele evenementen”.

 

Langere termijn om veulens te identificeren en registreren

De termijn om een veulen te identificeren en te registreren in de centrale gegevensbank wordt verlengd tot 31 december van het jaar waarin de paardachtige is geboren, of binnen zes maanden na de geboorte, indien dit later is. Een veulen dat geboren wordt op 1 oktober 2009 moet dus tegen 1 april 2010 geïdentificeerd en geregistreerd zijn. Een veulen dat geboren wordt op 10 februari heeft de tijd tot 31 december.

 

Paardachtige die niet uitdrukkelijk uitgesloten is voor de voedselketen blijft bestemd voor de voedselketen

De keuze van de eindbestemming van de paardachtige wordt geëncodeerd in de gegevensbank en is duidelijk zichtbaar op het paspoort. Zonder enige vermelding in het paspoort wordt de paardachtige per definitie beschouwd als zijnde bestemd voor de slacht voor menselijke consumptie.

 

Grafisch en geschreven signalement niet langer verplicht voor de stamboekpaarden

Belangrijke nieuwigheid is dat in het kader van de verplichte identificatie het opmaken van een grafisch en geschreven signalement niet langer verplicht is voor de paarden die in een erkend stamboek geregistreerd worden. Het is dus mogelijk paspoorten af te leveren zonder grafisch of geschreven signalement. Dit neemt niet weg dat de stamboeken vrij blijven alsnog een grafisch en/of geschreven signalement op te leggen.

 

In ieder geval blijft in het paspoort een grafisch en/of geschreven signalement mogelijk. De identificeerder duidt daar met een zwarte letter “c” op aan waar de chip geplaatst werd.

 

Het grafisch en geschreven signalement blijft evenwel verplicht voor de paardachtigen waarvoor het paspoort niet door een erkend stamboek afgeleverd wordt.

 

Wijziging procedure slachtveulens: chip verplicht - procedure blijft geldig tot 12 maand

Voor de slachtveulens wordt de procedure gewijzigd. Nieuw is dat de slachtveulens gechipt moeten worden. Slachtpaarden van minder dan 12 maanden die rechtstreeks vervoerd worden van hun bedrijf van geboorte naar een slachthuis gelegen op het Belgisch grondgebied, moeten niet geëncodeerd worden in de gegevensbank en moeten ook geen paspoort of mutatiedocument krijgen. Voor de wijziging van het KB gold de procedure voor slachtveulens enkel voor zover zij geslacht werden in hetzelfde kalenderjaar van hun geboorte. Tijdens hun verplaatsing naar het slachthuis moeten die paarden alleen in het bezit zijn van een identificatieattest waarop de identificatiecode (het chipnummer) van het veulen wordt vermeld.

 

Bij verlies paspoort: in principe paard uitgesloten van de voedselketen

Belangrijk is dat ingeval van verlies van het identificatiedocument (paspoort), mits de identiteit van het dier kan worden vastgesteld door de code van de microchip, weliswaar een duplicaat van het paspoort kan worden afgeleverd maar dat deze dieren geklasseerd worden als zijnde niet bestemd voor de slacht voor menselijke consumptie. Hiervan kan enkel afgeweken worden mits het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid er mee instemt dat het paard enkel gedurende zes maanden geschorst wordt. Hiertoe moet de houder binnen de dertig dagen na de datum waarop het identificatiedocument als verloren werd opgegeven afdoende aantonen dat aan de status van de paardachtige als bestemd voor de slacht voor menselijke consumptie niet geraakt werd door een behandeling met geneesmiddelen.

 

Indien de identiteit van het dier waarvan het paspoort verloren werd niet meer kan worden vastgesteld wordt een vervangend paspoort afgeleverd maar dan wordt de paardachtige in ieder geval uitgesloten voor de slacht voor menselijke consumptie.

 

De te registreren gegevens

Bovenop de gegevens die thans reeds geregistreerd werden (uniek levensnummer, soort, geslacht, kleur, geboortedatum, de laatste 15 tekens van de code van de microchip, datum van aflevering en van eventuele wijzigingen, naam en adres van de persoon aan wie het identificatiedocument werd afgeleverd, status “geregistreerde paardachtige” of “als fok of gebruiksdier gehouden paardachtige”, naam van het dier, status “niet bestemd voor de slacht voor menselijke consumptie”, dient men nu ook het land van geboorte en informatie betreffende duplicaten en vervangende identificatiedocumenten op te slaan.

 

Communicatie met andere lidstaten

Op Europees niveau wordt uitwisseling van gegegens voorzien via een op te richten website. Vooralsnog is dit niet operationeel en blijft het toekomstmuziek.

 

De facturatie van de kosten verbonden aan het beheer van de gegevensbank(forfaitair bedrag bedoeld in artikel 31 van het KB van 16 juni 2005) gebeurt rechtstreeks aan de eigenaar

In de nieuwe procedure zal gefactureerd worden aan de eigenaar en niet meer aan de dierenarts-identificeerder. Nadat de eigenaar of zijn gemandateerde een aanvraag tot identificatie zal hebben ingediend worden de eerste gegevens geregistreerd. De volgende stap zal dat zijn dat de eigenaar de factuur voor de kosten verbonden aan de identificatie zal toegestuurd worden door de vzw Belgische Confederatie van het Paard. Na ontvangst van betaling van deze factuur wordt het identificatieattest opgestuurd.

 

Identificatieattesten worden verstuurd naar de eigenaar - procedure voor identificatie en registratie

Waar de identificatieattesten tot nog toe verstuurd werden aan de dierenarts-identificeerder zullen deze volgens de nieuwe procedure verstuurd worden aan de eigenaar van de paardachtige. Deze zal zelf de door hem aangeduide dierenarts-identificeerder moeten contacteren om de identificatie uit te voeren. Het blijft zoals voorheen de dierenarts-identificeerder die de ingevulde dossiers zal moeten doorsturen naar de Confederatie, dan wel naar de stamboeken. Deze registreren de gegevens en leveren het paspoort af.

 

Wat met microchips die eerder geplaatst werden doch niet conform zijn aan de voorschriften van het KB ?

Deze microchips volstaan mits de houder tijdens een identificatiecontrole de nodige middelen verschaft om de microchip te lezen. In het KB van 16.6.2005 was een tijdsbeperking voorzien tot 1.1.2015. Deze tijdsbeperking werd geschrapt.

 

Van wanneer treedt het gewijzigde KB in werking ?

Het KB tot wijziging treedt in werking vanaf 1.7.2009.

 

Verordening (EG) 504/2008 voorziet wel in overgangsbepalingen:

- paardachtigen die uiterlijk 30 juni 2009 zijn geboren en uiterlijk op die datum volgens de oude regelgeving zijn geïdentificeerd, worden beschouwd als geïdentificeerd overeenkomstig deze verordening; uiterlijk 31 december 2009 moeten de identificatiedocumenten voor deze paardachtigen zijn geregistreerd in de database. Dit betekent dat voor de voor 30 juni 2009 geboren en geïdentificeerde paarden de oude paspoorten mogen worden afgeleverd en dat men de tijd heeft tot 31.12.2009 om deze paardachtigen in de gegevensbank te registreren.

- paardachtigen die uiterlijk op 30 juni 2009 zijn geboren, maar op die datum nog niet overeenkomstig de oude procedure zijn geïdentificeerd worden uiterlijk tegen 31.12.2009 overeenkomstig de nieuwe reglementering geïdentificeerd.

 

In praktijk zal dit erop neerkomen dat al de voor 1 juli 2009 geregistreerde identificatieaanvragen verwerkt zullen worden volgens de oude procedure. Voor deze dossiers zullen de identificatiedossiers toegestuurd worden naar de dierenarts en de inning voor deze dossiers zal ook nog gebeuren via de dierenarts. De volgens de vereenvoudigde procedure verwerkte dossiers, worden uiteraard rechtstreeks aan de eigenaar gefactureerd, gezien er geen dierenarts voor tussenkomt (de paarden beschikken reeds over een EG-conform paspoort en zijn reeds voorzien van een microchip).

 

Al de vanaf 1 juli 2009 geregistreerde identificatieaanvragen zullen verwerkt worden volgens de nieuwe procedure. Voor deze dossiers wordt het identificatiedossier verstuurd naar de eigenaar en wordt er ook gefactureerd aan de eigenaar.

 

De bevoegde minister

Dit zijn de federale ministers bevoegd voor Volksgezondheid en voor Landbouw.

 

Bron: BCP (Tekst nagelezen door Dr. Daphné Tamignaux en Ir. An De Praeter)