Paardensport Vlaanderen

Veilig omgaan met paarden

Paarden zijn vluchtdieren. Wanneer het paard schrikt is vluchten vaak zijn eerste reactie. Hiermee moet je dus rekening houden in de omgang met paarden.

Enkele tips:

  • Loop nooit achter het paard: hier kan het je namelijk niet zien.
  • Probeer paarden zoveel mogelijk langs de linkerkant te benaderen.
  • Benader het paard steeds op een kalme manier en zorg ervoor dat het weet dat je in de buurt bent. Dit kan je doen door tegen het paard te praten.
  • Kijk goed naar de oren van het paard: hiermee geeft het aan hoe het zich voelt. Staan de oren naar voor, dan is het paard aandachtig. Wanneer de oren in de nek liggen ben je best voorzichtig, want dit wil zeggen dat het paard niet op zijn gemak is en zich bedreigd voelt.
  • Zet je een paard in de weide of op stal? Loop dan mee en draai steeds het hoofd van het paard naar de uitgang voordat je het halster afdoet.
  • Draag steeds dichte schoenen, geen slippers of sandalen.
     

Ook de ouders spelen een belangrijke rol in het paardenavontuur van hun kind.
Ze kunnen hun kind zowel voor, tijdens en na de les bijstaan.

Algemene tips:

  • Begeleid je kind naar de club.
  • Straal vertrouwen uit, ook al ben je zelf misschien wantrouwig tegenover dat grote dier.
  • Vraag, indien nodig, hulp aan iemand in de club.
  • De focus bij paardrijden ligt in de eerste plaats op plezier beleven.
  • Wees enthousiast over de vorderingen van je kind.
  • Bespreek met de clubverantwoordelijke/lesgever wat er van jou verwacht wordt.

Voor de les:

  • Wees minstens een halfuur voor aanvang van de les aanwezig.
  • Help met het poetsen en opzadelen van het paard of de pony.
  • Meld je kind voor de les aan bij de lesgever of clubverantwoordelijke.

Tijdens de les:

  • Volg de les aan de zijlijn: aan de kant van de piste of vanuit de cafetaria.
  • Het is niet toegelaten om tijdens de les in de piste aanwezig te zijn, tenzij gevraagd door de lesgever.
  • De lesgever leidt de les. Geef dus zelf geen instructies.

Na de les:

  • Help met het afzadelen en het verzorgen van het paard of de pony.
  • Vraag je kind hoe hij of zij de les ervaren heeft.
  • Bespreek de vorderingen die je kind maakt eventueel met de lesgever.
  • Geef je kind een compliment met de gemaakte vorderingen.

Paardrijden doe je niet alleen. Het is een samenwerking tussen de ruiter en het paard.

  • Toon respect voor het paard en de pony.
  • Hou er rekening mee dat elk paard of pony  een eigen karakter heeft.